Muziek
Muziek is diep geworteld in de mijnbouwcultuur. Voor mijnwerkers was muziek een manier om te ontspannen van hun harde ondergrondse werk en om de band met hun collega’s te versterken. Blaasorkesten waren aanwezig bij de meeste ceremonies en evenementen in gemeenschap, zoals jubilea, begrafenissen en religieuze vieringen (Beijer, 2013; Langeweg, 2014).
Het uniform
Muziekgezelschappen werden meestal herkend door hun extravagante uniformen. De Bergkapel van Domaniale was de eerste band van mijnwerkers die uniformen droegen tijdens hun optredens. In een tijd was het ongebruikelijk om niet-militaire korpsen in uniformen te zien (Langeweg, 2014). Tijdens een optreden in Antwerpen in 1894 kreeg de Bergkapel namelijk een prijs voor het dragen van de meest originele kostuums.
Muzikanten van de Bergkapel Domaniale Mijn (1946)
Foto: De Mijnen
Uniformpet Bergkapel van de Domaniale Mijn.
Het Bergkapel-uniform is geïnspireerd op de Bergfrack mit Schachthut, het traditionele uniform dat wordt gebruikt door mijnwerkers in Saksen, Duitsland.
Het 3D-model is een reproductie van de pet die wordt gebruikt door musici van de Bergkapel van de Domaniale Mijn. De pet is zwart met gouden ornamenten die de bovenrand en de linkerkant versieren, een gouden knop met het mijnsymbool is aan de linkerkant van de pet bevestigd. In de eerste 5 jaar van de Bergkapel mochten alleen dirigenten en directeuren van de Bergkapel de pet met veren dragen. Rond 1900 mochten andere musici witte veren dragen, terwijl het bestuur en de dirigenten rode veren droegen (Langeweg, 2014).
3D-model gemaakt door Paulo Golovattei
Kerkrade: De globale ontmoeting van blaasmuziek.
Met het succes van de Bergkapel en andere mijnwerkersbands werd blaas- en fanfaremuziek zeer populair onder de mijnwerkersfamilies in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog bereikte blaasmuziek een hoogtepunt in de mijnbouwcultuur met de oprichting van het Wereld Muziek Concours(WMC), een muziekwedstrijd gedurende één maand die sinds 1951 om de vier jaar plaatsvindt in Kerkrade.
Het WMC is volgens de organisatoren ontstaan na een gezamenlijk concert, op een zondagmiddag van een Engelse muziekkorps en een Nederlands korps. Het Nederlandse korps zou die middag alleen spelen, De Engelse voegden zich spontaan bij hen aan. De reacties van het publiek waren verrassend goed. Toen ontstond het idee om een wedstrijd te organiseren tussen blaasmuzikanten uit verschillende locaties van de wereld. Kerkrade was de perfecte stad waar de inwoners blaasmuziek ademden. Het WMC bestaat uit een muziekfestival van wedstrijden tussen blaas- en fanfarekorpsen, percussie ensembles, mars korpsen en dirigenten. Tijdens 4 weken durende festival treden alle muzikanten op verschillende plaatsen in de stad op. Naarmate het evenement meegroeit met de edities, groeit ook de kwaliteit van de muzikanten en de ervaring van de organisatoren, waardoor de WMC een prestigieuze muziekwedstrijd wordt. De beste blaasmuzikanten over de hele wereld strijden op het podium van de Roda hal of op het veld van het Parkstad Stadion om het wereldkampioenschap. Het is eigenlijk het WK blaasmuziek.
Wereldmuziekconcours in Kerkrade, 2009 (foto: Wikipedia)
Tegenwoordig trekt het WMC honderdduizenden bezoekers naar Kerkrade. Die bezoekers komen kijken naar de marsparades en showwedstrijden, luisteren naar de orkesten en solisten. Dansen op verschillende soorten muziek.
Voornamelijk wordt gespeeld door blaasinstrumenten.
De Vrolijke Mijnwerkers
De muziekwereld in de mijnen was niet alleen afhankelijk van parades en harmonieën. Volksgroepen zoals ‘De Vrolijke Mijnwerkers’ maakten deel uit van de mijnbouwcultuur in Nederland. Door feestelijke melodieën te mixen met de accordeon, snelle beats op de drums en het geluid van de ondergrondse mijnen, produceerde De Vrolijke Mijnwerkers verschillende albums. Ze behaalde behoorlijk veel succes en verkochten 50.000 platen in de eerste twee jaar.
In 1962, de Billboard Magazine herkende het album “I Remember
The Netherlands” van De Vrolijke Mijnwerkers tussen de
internationale albums met potentiële omzet (Foto: Billboard)
Het meest in het oog springende van deze groep was, dat alle drie de leden geen enkele verleden in de steenkoolmijn had. Hun naam en kleding verwees wel naar mijnwerkers. De groep heeft in haar beginperiode opgetreden voor mijnwerkers. Zij hebben volop genoten en waren razend enthousiast van het optreden. Aan het einde van de avond bedankte en prees de organisator van het evenement de muzikanten en vergeleek hij hen met de mijnwerkers zelf en de muziek waar de mijnwerkers graag naar luisterden. Na dit optreden koos de band voor de naam en gingen zij mijnwerkerskleding dragen en liedjes te zingen over de mijnbouw.